Kortademigheid / Essouflement

Inhoudstabel / Sommaire

Tijdelijkheid / Temporalité

    1. Begin :
      Wanneer is deze kortademigheid begonnen ?
    2. Evolutie :
      Is de kortademigheid geleidelijk ontstaan of plotseling opgetreden ?
    3. Duur :
      Is de kortademigheid constant of intermittent ?
    4. Periodiciteit :
      Komt de kortademigheid op bepaalde momenten van de dag voor (ochtend, avond, nacht) of wanneer u ligt ?

 

  1. Début :
    Quand avez-vous commencé à ressentir cet essoufflement ?
  2. Évolution :
    L’essoufflement est-il apparu progressivement ou soudainement ?
  3. Durée :
    L’essoufflement est-il constant ou intermittent ?
  4. Périodicité :
    L’essoufflement survient-il à des moments spécifiques de la journée (matin, soir, nuit) ou lorsque vous êtes allongé ?

Kenmerken bij inspanning / Caractéristiques à l'effort

Kenmerken bij inspanning

  1. Inspanning :
    Voelt u de kortademigheid in rust of alleen bij inspanning (lopen, traplopen) ?
  2. Uithoudingsvermogen / Inspanningstolerantie :
    Sinds wanneer merkt u dat uw inspanningstolerantie is afgenomen ?
  3. Fuctionele beperking:
    In welke mate beperkt de kortademigheid uw dagelijkse activiteiten ?

Caractéristiques à l’effort

  1. Effort :
    Ressentez-vous l’essoufflement au repos ou seulement lors d’un effort (marcher, monter des escaliers) ?
  2. Tolérance à l’effort :
    Depuis combien de temps constatez-vous une diminution de votre tolérance à l’effort ?
  3. Limitation fonctionnelle :
    Dans quelle mesure l’essoufflement limite-t-il vos activités quotidiennes ?

Intensiteit / Intensité

Intensiteit

  • Beoordeling van de intensiteit:
    Op een schaal van 0 tot 10, hoe ernstig is de kortademigheid?

Intensité

  • Évaluation de l’intensité :
    Sur une échelle de 0 à 10, à quel point l’essoufflement est-il important ?

Verzwarende en verlichtende factoren / Facteurs aggravants et soulageants

Verzwarende en verlichtende factoren

    1. Verzwarende factoren:
      Zijn er omstandigheden of houdingen die de kortademigheid verergeren (inspanning, liggen, blootstelling aan irriterende stoffen) ?
    2. Verlichtende factoren:
      Zijn er houdingen of omstandigheden (zoals het gebruik van een ventilator) die de kortademigheid verlichten ?

Facteurs aggravants et soulageants

  1. Facteurs aggravants :
    Y a-t-il des circonstances ou des positions qui aggravent l’essoufflement (effort, position allongée, exposition à des substances irritantes) ?
  2. Facteurs soulageants : 
    Y a-t-il des positions ou des interventions (comme l’utilisation d’un ventilateur) qui soulagent l’essoufflement ?

Geassocieerde symptomen / Symptômes associés

Geassocieerde symptomen

    1. Andere symptomen:
      Heeft u andere symptomen opgemerkt, zoals pijn op de borst, hartkloppingen, duizeligheid, hoesten of slijmopgave?
    2. Oedeem:
      Heeft u een zwelling van de enkels of benen opgemerkt ?

Symptômes associés

  1. Autres symptômes :
    Avez-vous remarqué d’autres symptômes associés, comme des douleurs thoraciques, des palpitations, des étourdissements, de la toux ou des expectorations ?
  2. Œdème :
    Avez-vous remarqué un gonflement des chevilles ou des jambes ?

Medische en omgevingscontext / Contexte médical et environnemental

Medische en omgevingscontext:

    1. Medische voorgeschiedenis: Heeft u een voorgeschiedenis van ademhalings- of hartaandoeningen (astma, COPD, hartfalen) ?
    2. Roken en omgeving:  Rookt u of bent u blootgesteld aan irriterende stoffen (rook, stof, vervuiling) ?
    3. Stress en emoties: Zijn er recent emotionele gebeurtenissen geweest zoals verhoging van jouw stress of angst ?

Contexte médical et environnemental :

  1. Antécédents médicaux :
    Avez-vous des antécédents de maladies respiratoires ou cardiaques (asthme, BPCO, insuffisance cardiaque) ?
  2. Tabagisme et environnement :
    Fumez-vous ou êtes-vous exposé à des substances irritantes (fumée, poussière, pollution) ?
  3. Stress et émotions :
    Y a-t-il des changements émotionnels qui se sont produits comme l’augmentation de votre stress ou de votre angoisse?