Chronische longziekte / Maladie pulmonaire chronique

Geschiedenis / Historique

Geschiedenis:

  1. Hoe lang geleden bent u gediagnosticeerd met een chronische longziekte?
  2. Heeft u een voorgeschiedenis van astma, bronchitis of longontsteking?
  3. Heeft u ooit een omgeving gewerkt waar u wert blootgesteld aan stoffen zoals rook, chemicalïen of stof (bijvoorbeeld in fabrieken, mijnen)?
  4. Rookt of heeft u vroeger gerookt? Zo ja, hoeveel jaar en hoeveel sigaretten per dag?

Historique :

  1. Depuis combien de temps avez-vous été diagnostiqué(e) avec une maladie pulmonaire chronique ?
  2. Avez-vous des antécédents d’asthme, de bronchite ou de pneumonie ?
  3. Avez-vous déjà travaillé dans un environnement où vous étiez exposé(e) à des substances telles que la fumée, des produits chimiques ou de la poussière (par exemple dans des usines, des mines) ?
  4. Fumez-vous ou avez-vous fumé auparavant ? Si oui, pendant combien d’années et combien de cigarettes par jour ?

Symptomen / Symptômes

Symptomen:

  1. Heeft u vaak last van van kortademigheid, vooral tijdens inspanning of in rust?
  2. Hoe vaak heeft u last van hoesten? Is het hoesten productief (met slijm)?
  3. Heeft u piepende ademhaling of een beklemmend gevoel op de borst?
  4. Merkt u uw symptomen erger worden bij koude lucht, rook of luchtvervuiling?
  5. Hoe vaak heeft u last van opflakkeringen of verergering van uw symptomen?
  6. Heeft uw ziekte invloed op uw dagelijkse activiteiten, zoals wandelen, traplopen of werken?
  7. Kunt u zich gemakkelijk verplaatsen buitenhuis zonder moeite?
  8. Heeft u onverwachte gewichtsverandering (gewichtsverlies of gewichtstoename) ?

Symptômes :

  1. Avez-vous souvent des difficultés à respirer, surtout pendant un effort ou au repos ?
  2. À quelle fréquence toussez-vous ? Est-ce une toux productive (avec des glaires) ?
  3. Avez-vous une respiration sifflante ou une sensation d’oppression dans la poitrine ?
  4. Remarquez-vous une aggravation de vos symptômes par temps froid, en présence de fumée ou de pollution de l’air ?
  5. À quelle fréquence souffrez-vous de poussées ou d’aggravations de vos symptômes ?
  6. Votre maladie affecte-t-elle vos activités quotidiennes, comme marcher, monter des escaliers ou travailler ?
  7. Pouvez-vous vous déplacer facilement à l’extérieur sans difficulté ?
  8. Avez-vous constaté un changement inattendu de poids (perte ou gain de poids) ?

Behandeling en opvolging / Traitement et suivi

Behandeling en opvolging;

  1. Welke medicatie gebruikt u momenteel oor uw longziekte (inhalatoren, bronchodilatoren, steroïden)?
  2. Hoe vaak gebruikt u uw medicatie volgens het voorgeschreven schema?
  3. Heeft u ooit zuurstoftherapie voorgeschreven gekregen?
  4. Heeft u deelgenomen aan een longrevalidatieprogramma?
  5. Heeft u moeilijkheden ondervonden met het gebruik van uw inhalatoren of andere behandelingen 
  6. Bent u onlangs gevaccineerd tegen griep?
  7. Vermijdt u prikkels zoals rook, stof of sterke geuren die uw symptomen kunnen verergeren?

Traitement et suivi :

  1. Quels médicaments utilisez-vous actuellement pour votre maladie pulmonaire (inhalateurs, bronchodilatateurs, stéroïdes) ?
  2. À quelle fréquence utilisez-vous vos médicaments, suivez vous le schéma prescrit ?
  3. Vous a-t-on déjà prescrit de l’oxygénothérapie ?
  4. Avez-vous participé à un programme de rééducation pulmonaire ?
  5. Avez-vous rencontré des difficultés avec l’utilisation de vos inhalateurs ou d’autres traitements ?
  6. Avez-vous été vacciné(e) récemment contre la grippe ?
  7. Évitez-vous les irritants tels que la fumée, la poussière ou les odeurs fortes qui pourraient aggraver vos symptômes ?